zondag 26 oktober 2008

We trokken van leerne

Het was weer eens iets geheel anders, gisterenavond, daar zo bachte maria.
Karwoel sirbal gaf er bij wijze van finisage, dit is het einde van een tentoonstelling, een staalkaart van het beste van zichzelf.

De tentoonstelling was die van een serieschilderaar. Op de vloer lagen vijf pakken schilderwerken op mekaar, tegen de wand hingen er een viertal. De man is duidelijk van zijn streek, Deurle ligt daar vlakbij, je ruikt er de Leie, namelijk lyrisch abstract.

Het lag dan ook voor de hand (van William Ploegaert, die het allemaal georganiseerd had) dat de lyrisch abstracte poëzie van Marc Tiefenthal als eerste diende te komen. Van Engelanden over het haventje van Honfleur naar de haaien aan wie enkele afgedankte prominenten uit de bedrijfswereld werden gevoerd, voerde de dichter zijn publiek. Dit was zo onverwacht talrijk dat er vijf minuten lang stoelen werden binnengebracht.

Frank De Vos bracht enkele toiletgedichten ten berde. Het zijn een soort scheurgedichten die je makkelijk in het toilet kunt lezen dan wel daar laten hangen. Toch hebben ze de ingebakken kwaliteit van de dichter meegekregen zodat ze ook voor bundeling vatbaar zijn.

Jo Peeters begon in Planckendael waar hij de hele federale regering van België ontwaardde en alvast Michel Vanden Boscche van Gaia buitenspel hield. Opvallend daarbij was dat er slechts twee krokodillen vielen te bespeuren, en dan nog plastieken. De meest gehaaide, Didier Reynders, bleek niet meer dan een kikker.
Jo bracht vervolgens zijn gebruikelijke allegaartje aan misantrope poëzie, met ontzettend veel ambacht bijeengeschreven en evenveel présence gebracht.

Waar ooit, in het begin van de 20ste eeuw pastoor Basiel De Craene in zijn pastorij de dichter Minne en Vande Woestijne samenbracht, met nog wat anderen, zelfs met schilders, waarna ze omwille van de bisschoppelijke tussenkomst uitweken naar het kasteel van Ooidonk, dat op zijn beurt met een knipoog de naam gaf aan de kleine galerie l'oeil donc, daar ligt Leerne dus en sinds gisteren weer met vooruistrevende poëzie.