donderdag 28 juni 2012

Het automatiseringsproces

De beeldspakerigheid van het radelend wiel fietst volop. Een colsukkeltand van een alsnog middelgroot technologisch verdrijf projecteert zijn beeldspaak puntkrachtig. Hij doet dat met een mond vol hete aardappel.


“Met een ingebouwde zursfunctionaliteit die we hebben uitgebouwd, kan men nu aan de slag. Je vindt die functionaliteit in de toelbaar.”

Pieter P. Punk (alias Pierre Paul Punque) onderbreekt hem. “U zou beter eerst goed kauwen en dan doorslikken, vooraleer u verder praat.” Zitk tuf tuf sie hesja fcusina? ‘l Ma?

Van verstomming en van lood verslagen, getroffen kortom, valt de man stil.

Stil. Ik heb de hele tijd stilgezeten, sta nu op en ga. Helemaal uit zichzelf opent de deur zich voor mij en blijft me nog lang nagapen. Als ik de hoek van de gang omdraai, valt de deur pas dicht. Mijn ogen op mijn rug kan ik nu ook sluiten.

Ben ik nu gerust of enkel uitgerust?

Ik laat de automatische snoepdoos links staan, haal uit naar rechts en bevind er mijn kantoor.

Het beeldscherm staat op pauze. Het ziet er behoorlijk zwart uit maar dit is slechts schijn. Achter het zwart gaat de wereld schuil. Die wee toch wee wereld is opgedeeld, heel netjes, in processen, meestal schijnprocessen. Daardoor verlopen ze gedeeltelijk automatisch. Je bladert met een vinger door het internet. Je hoeft daarvoor je vinger niet meer nat te maken. Je hebt wel nog bladwijzers. Zoiets.

Of je wil een brief schrijven en opsturen. Geen ticket nemen in een onderbemand en veel te vol postpestkantoor om een postzegel te kopen. Een, mijnheer? Wist u dat als u er tien koopt…. Ik wil dat niet weten. Gewoon een elektronisch bericht sturen. Je stopt de brief in het bericht of je hangt hem er aan vast. En weg is Kees. En koffie maken we hier halfautomatisch.

Ineens flitst het scherm vanzelf op:

Zit de ziel in een schoendoos of toch maar in een doodskist? Ik druk op de knop ‘enter’, gooi een haak uit en haal de zin zo binnen uit het internet, naar een bladzijde die ik open in de tekstverwekker. En eenmaal verwerkt, komt dit ervan:

De schoendoos gaat open, de ziel gaat lopen.
Op een schoen meer of minder.
Als ze uitgelopen is, wenkt een andere doos.

Het dagelijks werk in de Toren van Luik, het dada dagelijks werk, jaja. De toetertoren, ja. Niemand raakt op het dak om het ervan te schreeuwen. De vrees leeft niettemin niet dat iemand die zo hoog raakt, zich ervan zou afwerpen. Hoewel de sprong in de leegte op zich niet verwerpelijk is en als experiment in luchtledigheid in aanmerking komt. Of als poging om de zwaartemacht te lijf te gaan.



zondag 24 juni 2012

NV de toren van Luik


In Luik worden meer talen gesproken dan in Babel (Bart Plouvier, Genezijde)



Hoeveel talen spraken de flatbewoners van de toren van Babel? Misschien de vijf of zes wereldtalen van toen. Wie die niet sprak, kwam er niet in. Die moest elders gaan wonen.

Hoewel het onderzoek nog volop loopt, voornamelijk via opgravingen, wijzen de eerste resultaten in die richting.

Alvast voor de meerderheid der Noord-Belgen is er in Luik geen plaats. Wat zij spreken voldoet niet aan de minimumstandaarden die gelden opdat wat men spreekt, ook een taal mag worden genoemd.

Het nieuwe Babel is net als het oude gebouwd door een collectief van vertalers, met geassocieerde leden uit de wereld van de poëzie, de kwaliteitsjournalistiek, de romankunst en het theater. Uitdrukkelijk zijn de politici en de sportjournalisten geweerd. Die moeten elders wonen.

Wat niet vertaalbaar is, komt er ook niet in. Denk maar aan wat Barosso en Verhofstadt spreken als zij menen Engels te spreken. Eruit!

In de tijd van Babel bestond het Frans nog niet en dus ook het Engels niet. Het Italiaans evenmin. Wel het Latijn. Daaruit ontstonden later het Italiaans en het Frans, als zwakkere broertjes eerst, die zich later hebben ontwikkeld, vooral dan het Frans, tot een heuse wereldtaal. En uit het Frans ontstond dan als bastaard het Engels. Je kan daarom ook maar beter Latijn leren.

Op welke verdieping zat in Babel het Latijn en bestond het Arabisch toen al?

Als we nu dus in de omgeving van Luik nog eens een taaltoren bouwen, noemen we hem de toren van Luik. Omdat Bart Plouvier vindt dat daar meer talen gesproken worden dan in Babel. Maar ook omdat ik er een voormiddag lang met een gids heb rondgelopen die behoorlijk Nederlands sprak. Weg dus met Babel, of nog: Babel is weg, ver weg.

Dus nu wordt het Luik. En dus Liège maar of het ook Lütig kan worden, is zeer de vraag. Het project 'de toren van Luik', met stedenbouwkundige vergunning en een gunstig mileu-effectenrapport en een infiltrant bij de PS, streeft een beperkte verwarring na. Je zou het ook zo kunnen stellen dat het project de verwarring waar mogelijk, wil beperken. Het is minder ambitieus dan Wittgenstein en Babel, die naar een eenheidstaal, eenduidig en wel, streefden. We zijn goed maar niet gek, of precies, goedgeks. De Duitsers moeten voortaan maar uitkijken naar 'Luik'. We hebben het toch ook niet over Palermo – aan – de – Maas om de Italianen te plezieren? Anders zou je het ook moeten hebben over Barcelona – aan – de – Maas, zonder Gaudi maar veel hallucinanter. In die wildgroei van beeldtaal wil het project uitgerekend snoeien.

  • Er wordt in de toren plaats voorbehouden voor dorpsfilosofen. Die zullen hun verdieping delen met grotere wereldgeesten. Dorpsgekken wonen er op dezelfde verdieping als meer universele gekken zoals dictators en seriemoordenaars. In het project en dus in de toren is geen plaats voor deskundigen in marketing. Evenmin voor politici. Elke vorm van leugen is er misplaatst.

  • Omdat Luik in België ligt en daar goed ligt, laat ons daar niet aan twijfelen, krijgen Lernout en Hauspie een ereplaats, zij het in brons gegoten, zodat ze onschadelijk zijn. Hun standbeeld versiert de inkom.

  • Omdat ze onderling meer dan met elkaar niet overweg kunnen, worden de dichters afzonderlijk ondergebracht in de toren van Luik, meer bepaald in de verdieping waar ook de technische installaties komen. Als we die installaties kerkgewijs in het midden houden, maken we op die manier vier vleugels. In een vleugel stoppen we de modernisten onder de dichters, in een andere vleugel de classicisten samen met de nep-realisten en de nep-romantici. De derde vleugel is bestemd voor de geëngageerde dichters, die er ook de slammers zullen terugvinden. De vierde en laatste vleugel is voor de dichters aan wie soms iets wordt geopenbaard.

Dirk Van Bast krijgt een speciale status. Hij mag af en toe de dichtersetage verlaten en opstijgen naar de verdieping waar dorpsfilosofen en grote wereldgeesten huizen. Benno Barn, die dus onder de modernisten Dirk moet leren uitstaan, mag af en toe de dichtersetage verlaten om bij de dorpsgekken op te treden, zodat deze niet in lethargie vervallen. Als hem dat lukt, mag hij aanschuiven bij de godsdienstfanatici, die om alle verwarring te vermijden, uit alle godsdiensten zijn gerekruteerd en de tweede verdieping innemen van de toren.

  • Jacques Jouet wordt aangesteld tot medebeheerder en bestuurder van de NV. Hij zal de afdeling 'Frans' leiden.

Et que vienne l’envie


d’une de ces amies qui donnent faim


d’elle et de vin, de seins


de quelques habits doux et enlevables.

(Jacques Jouet)



De rest van het project is nog in de fase van de blauwdruk. Het verkeer van en naar de toren zal voornamelijk per fiets gebeuren. Per waterfiets voor wie van ver komt. Over de Maas dus. Stroomopwaarts voor de enen, stroomafwaarts voor de anderen. Boten mogen ook worden ingezet en gebruikt, zij het dat de voorkeur gaat naar roeiboten. Dit is louter bedoeld om uiteindelijk toch structureel bij te dragen tot de oplossing van het fileprobleem. Structureel maar ook duurzaam. De toren zal uiteraard constant, dus 24 uur op 24, zeven dagen op zeven, volautomatisch doorgelicht worden op aanwezigheid van niet gewenste micromicrofoontjes en andere mogelijke microchipachtige afluisterapparatuur. Maar dat spreekt vanzelf.

De NV Toren van Luik voert in de talenstrijd een rol die weliswaar achter de schermen plaatsgrijpt maar toch niet zonder gevolgen is voor de buitenwereld. Zo heeft dit instituut meegewerkt aan een opgefriste versie van de hymne van Congo. Toen dat land nog Zaïre was, had het het volkslied van de Franse republiek aangepast, door het refrein te wijzigen:

Aux arbres, citoyens!

Om de toestand in Congo beter te laten aanvoelen doorheen de hymne, werd deze dus opgefrist. De beginregels luiden:

Allons enfants de la vadrouille, les jours de glane sont arrivés.

Het refrein:

Aux arbres, citoyens! Cueillons-y les fruits amers de nos efforts. Tombant, tombant, les têtes tranchées, fruits mûrs de notre combat, ha ha.

Het is ook belangrijk erop te wijzen dat behalve de eerder genoemde Jacques Jouet, ook de wereldvermaarde J.C. Krijgers staat ingeschreven als ambulant bewoner van de toren. Van zijn hand verscheen het vers dat de ingang van de toren versiert:

Niet gehinderd door de ormonale huidstraling slaagt ze erin de top te bereiken.

Zo moet het meteen duidelijk worden dat de toren geen uitsluitend mannenbastion is. Of wil zijn. En om te voorkomen dat het Centrum voor bestrijding van racisme meteen onraad zou ruiken.

Om het geheel recht te houden en te behoeden voor ineenstuiking, kortom om te beletten dat het in Luik afloopt zoals destijds in Babel, bestaat geen recept. Een vliegtuig dat zich door de toren boort is mogelijk maar niet makkelijk. De luchthaven van Bierset, vlakbij, heeft een veiligheidsprotocol afgesloten met de N.V. Toren van Luik. Bovendien loopt er een aanvraag voor een bijzonder statuut bij de UNO en voor bescherming vanwege de Unesco, als monument.

Andere bijzonderheden omtrent dit uniek gegeven blijven tot nader order geheim. Het spreekt vanzelf dat contactgegevens moeten ontbreken. Of foto's. We hebben nog een paar schetsen en etsen uit de tijd van Babel. Die zeggen genoeg.

Met een niet te begronden regelmaat, die veel weg heeft van een geregeld zootje, zal hier verslag worden gegeven van de activiteiten binnen de toren.