donderdag 26 september 2013

Wat een werk!

Kent u die uitdrukking: wat een werk! Meestal is dat een klus waar je tegen op ziet of een te grote klus om zomaar aan te pakken. Nu komt daar nog bij: werkbaar werk. Of leefbaar werk. Zoiets als leefbaar Nederland. Kent u de Stichting Innovatie & Arbeid? Tot eergisteren kende ik die ook niet. Naar eigen zeggen verricht ze praktijk- en beleidsgericht onderzoek voor de Vlaamse werkgeversorganisaties en vakbonden. Stichting Innovatie & Arbeid wil kort op de bal spelen en reageren op concrete en actuele vragen van werkgevers en werknemers. Deze week bestond deze sportieve prestatie in een rapport over werkbaar werk.
De krant pakte er meteen mee uit: helft Vlamingen heeft werkbaar werk. Een krant maakte er zelfs leefbaar werk van. Bij die andere helft zijn er die geen werk hebben en dat misschien best willen, er zijn er die geen werk hebben en daar blij om zijn, dan zijn er nog die niet hoeven te werken – ze krijgen een andere uitkering dan een werkloosheidvergoeding, en tot slot zijn er die onwerkbaar werk hebben.

De werkbaarheidsmonitor is een instrument dat sinds 2004 driejaarlijks de werkbaarheid of de kwaliteit van de banen meet van de werknemers en de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen. Het doel is een informatie te leveren aan de Vlaamse regering, de Vlaamse sociale partners, sectororganisaties, verantwoordelijken voor het welzijn op het werk en andere geïnteresseerden.
De werkbaarheidsmonitor kwam er op initiatief van de Vlaamse sociale partners die met de Vlaamse regering afgesproken hebben dat ze willen streven naar meer kwaliteitsvolle banen. Die afspraken zijn concreet gemaakt in het zogenaamde Toekomstpact voor Vlaanderen (Pact 2020). De Stichting Innovatie & Arbeid – sterk door overleg, kreeg de opdracht om de werkbaarheid in Vlaanderen cijfermatig in beeld te brengen.
Vandaar dus die cijfers. Die dus niets zeggen over de andere helft. We maken ons hier gemakkelijkheidhalve af met de knaller dat die andere helft, in casu de 100 – 54 = 46%, slaat op de werkzame inwoners van het noorden van het land. De krantentitel klopt dus niet: helft Vlamingen heeft werkbaar werk. De helft van de werkende inwoners van het noorden van het land vindt zijn werk werkbaar. Zo hoort het.

Aan de hand van deze metingen kunnen de sociale partners ontdekken waar het mangelt. Maar de stichting kan ook aan de hand van gevalstudies richting geven aan oplossingen:
• Best of Travel, een gespecialiseerde reisorganisatie, maakt werk van meer zelfsturing bij de medewerkers. De zaakvoerster probeert medewerkers niet alleen inspraak te geven in het beslissingsproces, maar hen ook meer verantwoordelijkheid te geven bij de uitvoering van de beslissingen. De zaakvoerster ervaart hierdoor meer betrokkenheid bij de medewerkers, een betere dienstverlening naar de klanten en heeft zelf meer tijd voor de strategie van de onderneming. Een gespecialiseerde reisorganisatie? Blijkt een reisbureau met een enkele vestiging en 15 personeelsleden, dertien vrouwen en twee mannen. Tussen 1980 en 2010 groeide het team van één naar twaalf medewerkers Vandaar allicht dat inspraak vlotter verloopt.

• Het Agentschap Ruimte en Erfgoed, een onderdeel van de Vlaamse overheid, koos voor het werken in zelfsturende teams om een efficiënte en transparante organisatie uit te bouwen. Kwaliteit en klantentevredenheid moesten voorop staan en er wordt sterk gewerkt rond en geïnvesteerd in integriteit.

Vragen genoeg hierbij: hoe zit het voor de andere Belgen? Bijvoorbeeld ambtenaren die voor de federale overheid werken. Of Franstalige Belgen. Deze laatste verwerpen alsnog al deze zaken en doen ze af als dominantie uit het noorden. Of te protestant (en wij zijn katholiek). Ik zal het hierbij maar laten, zeker?
Of toch nog dit, 8 oktober 2012, op de site van de RTBf:

3 Belges sur 10 souffrent d'un stress lié à leur emploi soit près d'un tiers de la population active avec, à la clé, souvent, une fatigue nerveuse. C'est pour lutter contre ce phénomène que la région wallonne a lancé ce lundi une campagne de sensibilisation, une "semaine anti-stress".
Toute cette semaine, 14 000 boîtes à outil seront distribuées dans 5 grandes gares belges, des outils pour lutter contre le stress au travail. Pierre-Yves Bolen, directeur au Ministère wallon de la Santé de l'Action Sociale : "On va distribuer des boîtes à outil qui seront destinées à sensibiliser la population avec, à l'intérieur, des brochures, des tests, des conseils et quelques gadgets. Pour nous, c'est l'occasion de mettre en avant toutes ces structures que nous subventionnons et que nous agréons pour que les gens puissent éventuellement se tourner vers eux."
Près d'un salarié sur trois estime que le travail l'épuise psychologiquement ou perturbe son sommeil. Les conditions de travail sont devenues plus rudes ces dernières années, surtout avec la crise économique, et cela a eu un impact sur le moral des travailleurs, estime le psychiatre, William Pitchot : "Les individus sont de plus en plus en souffrance au niveau de leur travail, on leur demande de faire plus avec moins de moyens et bien souvent moins de temps. Les personnes sont beaucoup moins à même de tenir le coup longtemps et notamment jusqu'à 65 ans. "
Résultat, plus de 9 millions de jours de congé-maladie par an, disait en 2009 une étude de Test-Achats mais il y a des choses à faire au niveau des entreprises, explique Christiane Bontemps qui dirige l'Institut wallon pour la santé mentale: "De plus en plus, dans les grosses entreprises, il y a des conseillers en prévention qui permettent d'écouter les travailleurs et qui permettent aussi de réfléchir avec l'employeur à l'organisation du travail et dans les petites entreprises, il y a une personne de confiance à laquelle le travailleur peut s'adresser."

Les troubles dépressifs sont la 4e cause de maladie et d'incapacité de travail en Belgique.
Robin Cornet

Vertaling:
Drie Belgen op tien lijden aan werkgebonden stress. Het gaat om een derde van de werkende bevolking. Vaak gaat het om het chronisch vermoeidheidsyndroom. Om dit verschijnsel te bestrijden heeft het Waals Gewest maandag een sensibiliseringcampagne gestart, een anti-stressweek.
Gedurende die week zullen in vijf grote Belgische treinstations 14000 dozen worden verdeel met materiaal om stress op het werk te bestrijen. Pierre-Yves Bolen, directeur op het Ministère wallon de la Santé de l'Action Sociale: "We zullen dozen vol instrumenten verdelen onder de bevolking om deze te sensibiliseren. In die dozen vind je brochures, tests, raadgevingen en een paar gadgets. Dit is voor ons een gelegenheid om deze structuren naar voor te schuiven die we betoelagen en erkennen opdat de mensen zich er eventueel toe kunnen richten."
Zowat een werknemer op drie meent dat zijn werk hem psychologisch uitput of zijn slaap verstoort. De werkomstandigheden zijn zwaarder geworden, vooral sinds er een economische crisis is. Dit heeft een weerslag op het moreel van de werknemers, aldus psychiater William Pitchot: "Mensen lijden hoe langer hoe meer onder hun werk. Ze moeten meer doen met minder middelen en heel vaak in minder tijd. Ze kunnen veel minder lang standhouden op het werk, zeker niet tot hun 65ste." Volgens een studie van Test Aankoop ui 2009 heeft dit geleid tot 9 miljoen dagen ziekteverzuim per jaar. Christiane Bontemps, die aan het hoofd staat van het Institut wallon pour la santé mentale vindt dat er in de bedrijven nog veel te doen valt: "In grote bedrijven vind je hoe langer hoe meer preventieadviseurs. Zij kunnen luisteren naar de werkgevers en kunnen samen met de leiding nadenken over de organisatie van het werk. In kleine ondernemingen is er een vertrouwenspersoon tot wie de werknemer zich kan richten." (Bij de federale overheid vind je trouwens beide functies, noot van de vertaler).

In België vormen depressies de vierde oorzaak van ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Robin Cornet

Heden zijn we nuchter en maken de som. 46% in het noorden van het land heeft ergens last van op het werk. Over het geheel genomen echter lijden drie Belgen op tien onder het werk. Drie op tien betekent dertig op honderd of 30%. De overige 16% valt uit deze boot. Ach, statistieken. Meer nog vind je hier

woensdag 25 september 2013

Waarom niet ronduit boeddhist?

Giel, een jongen van 15 jaar, wil zo snel mogelijk boeddhistisch monnik worden. Snel iets willen worden is wel niet echt boeddhistisch. Eerste les voor Giel: geduld. In tegenstelling tot anderen, die zonder enig probleem konden vertrekken naar Syrië om zich daar lekker te laten afmaken, mocht Giel niet naar Tibet. Verbod opgelegd door de jeugdrechtbank. Die andere jongeren zijn waarschijnlijk rijp genoeg om als kanonvlees naar Syrië te gaan.

Hoe dan ook is de contemplatie in de mode. Je kunt voor of tegen zijn. Soms ben ik voor, soms helemaal tegen. Ik ben voorstander van het woord 'courriel' in het Frans en van internet zonder hoofdletter. Kwatongen beweren dat het woord 'courriel' in Zwitserland gebruikt wordt of dat het beperkt moet worden tot Canada. Het woord heeft echter Parijs veroverd en is nu gangbaar Frans.

U zult opwerpen dat we nog ver van de contemplatie zijn. Welnu, helemaal niet, we komen nader. Modelbrieven of dito formulieren, iconen, sjablonen, weg ermee! Het zijn voorwerpen geworden ter meerdere contemplatie. En nog wel op de werkvloer. Als ik zeg: gist, rijs!, dan lacht u. Uiteraard, gist is zelfrijzend. Zeg ik: mosterd, prikkel mijn neus!, dan lacht u weer. De mosterd prikkelt nu eenmaal vanzelf mijn neus. Als men mij zegt: contempleer, of templateer!, dan lach ik en geef ik mee: beste vriend, contemplatie is een persoonlijke aangelegenheid die je best buiten de werkuren beoefent.

Neem het als sjabloon bijvoorbeeld.

maandag 9 september 2013

Kan humor beledigen?

Geachte Toren van Babel,

Gisteren schreef ik deze commentaar bij een nieuwsitem. De burgemeester van Antwerpen wordt hierbij geciteerd.

zo scheef spreken, die man moet nogal onder invloed zijn! De pezewever heeft hier eens goed geblowd en dan gesproken: Dieren weten blijkbaar niet dat drugs in de strafwet staan. Ah, pardon, staat. Ja, ik weet het, ik sta op mijn twee voeten en mijn twee voeten staat op grond.


"Mensen zijn blijkbaar vergeten dat drugs in strafwet staat"
Onder de reacties was iemand zo vrij me ervan te betichten de burgemeester te beledigen:
"Quod erat demonstrandum. Blijf maar lustig beledigen, dat lijkt je goed af te gaan. Maar weet dat beledigingen je soms duur te staan kunnen komen, zeker als ze zonder grond zijn." Komt van ene Martine C., die overigens vindt dat ondergetekende dom is. Wat dan weer een reactie ontlokt van Jo P.: Blijkbaar schiet onze Marina zelf wild om zich heen, want Tiefenthal dom noemen is zowat hetzelfde als beweren dat een eend blaft, dus kruip nu maar grommend terug op uw eieren.
Graag leg ik u daarom graag volgende twee vragen voor: Is hier sprake van belediging? Kan een eend blaffen en zo ja, wanneer?

________________________________________


Geachte Heer Tiefenthal,

De werkgroep Taalkunde en Menselijk Gedrag, Censuur en Semiotiek van de Toren van Babel heeft zich over uw beide vragen gebogen. Vrij eensgezind is hij tot volgend besluit gekomen:

• Drug is een vreemd woord; in het Engels betekent het geneesmiddel maar ook geestesverruimend middel. In de jaren 70 van vorige eeuw zong een groep dat zelfs de paus drugs neemt. Dan gaat het om een geestesverruimend middel. Het meervoud 'drugs' betekent dus geneesmiddelen en geestesverruimende middelen. Het is duidelijk dat de burgemeester van A. niet de betekenis kent van het woord dat hij gebruikt, in casu verkeerd gebruikt. Dit komt zijn geloofwaardigheid en zijn gezag niet ten goede. Als iemand als vrij burger in een democratisch bestel hem daar op aanspreekt of –schrijft, is dat geen belediging. Als daarbij de suggestie gemaakt wordt dat de burgemeester misschien normaal wel weet wat hij zegt maar deze uitzonderlijke keer niet, onder invloed van een of ander geestesverruimend middel, dan is hier sprake van fijne humor.

• Eenden zouden wel eens kunnen blaffen van het lachen bij dergelijke commentaar als van Martine C. Geheel ontregelend is zo'n commentaar wel. Een andere spontane reactie zou erin bestaan dat de eend haar tenen krullen. Dat de vorm, namelijk zwemvliezen, zich daar moeilijk toe leent, is duidelijk maar toch. Tot slot mogen wij zo vrij zijn enkele feiten uit het dossier Tiefenthal aan te halen. Deze man heeft jaren diensten verleend aan hooggeplaatste federale politici zoals daar zijn de minister van Volksgezondheid, de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Economie en de minister van Financiën. Het ligt dan ook niet in zijn aard een politicus te beledigen. Het dossier Marina C. laat uitschijnen dat het om een lokale politica gaat. Het scheve taaltje dat ze in eerste aanleg hanteerde in reactie op de post van Tiefenthal, heeft ze meteen en spontaan rechtgezet toen T. haar er fijntjes op wees dat ze krom aan het schrijven was.