maandag 6 april 2015

Brood, water en spelen

Bij de notelaar in Bornem, een paviljoen dat haast wereldberoemd is, zijn langs de Schelde een paar bordjes geplaatst met citaten. Ik kwam er voorbij gefietst en remde even en las heel vlug: de natuur verlangt slechts water en brood, getekend Senaca.
He, dacht ik, zo maak je geschiedenis en vergeet men je tegelijk. Wie weet immers niet wat het betekent op water en brood te worden gezet? In de gevangenis belanden, juist. En wie weet dat dit van Senaca afkomstig is? Voor alle duidelijkheid, hier de context:

Jij, betoon je dapper, zoals je ook blijkt te doen, en beperk je bagage; niets van dat wat we bezitten, is noodzakelijk. Laten we terugkeren naar de eisen van de natuur; daar ligt onze rijkdom. Ofwel is dat wat we nodig hebben gratis, ofwel goedkoop: de natuur verlangt slechts water en brood. Niemand is zo arm (dat hij dit moet missen) en "al wie zijn behoeften tussen deze grenzen heeft beperkt wedijvert met Jupiter zelf in geluk", zoals Epicurus zegt, van wie ik nog een uitspraak in deze brief zal insluiten.

vrijdag 27 februari 2015

Is wat we zelf doen beter of gewoon zelfgenoegzaam?

Een haast Japanse fabel

Je weet het ondertussen haast zeker: alles verandert en lijkt moderner. Zelfs de overheid gaat mee, met wat achterstand weliswaar, met de tijd. Alleen justitie en Dendermonde blijven genoegzaam hangen in hun achterhaalde tijden. Was het maar zo eenvoudig!

Je hebt net de strijd gestreden met de demon genaamd midlife. Nee, het is geen crisis, het is echt wel een demon. Ja, er dient zich een nieuwe uitdaging aan! Dan neem je toch die wending in je loopbaan. Nee, je bent niet uitgekeken, niet op je vrouw, je kijkt nog steeds naar haar uit, niet op je baan, je gaat er nog elke dag graag naartoe. Maar je wil meer. Wat, dat weet je niet. Meer. Iets verder van huis werken, meer afstand afleggen. Net iets meer verdienen per maand. Maar vooral een werkomgeving om je vingers van af te likken.
Want zie, je hebt nauwelijks beslist om er voor te gaan – na wat aarzelen, waarbij enkele kandidaten reeds afgevallen zijn – of je blijkt niet enkel te slagen bij de koppensneller maar ook nog eens de enige valabele kandidaat. Je dag kan niet meer stuk, je week al evenmin laat staan je leven of je loopbaan!
Daar ga je dan!

De voorwaarden zijn uiterst aanvaardbaar, ja zelfs aantrekkelijk: je stuurt een team aan van vijf medewerkers; je rapporteert keurig en tijdig aan een overste; je draait er je hand niet voor om.
Voor je het goed & wel beseft ben je aangeworven. Je vliegt erin. Je voelt je tien jaar jonger. Je voelt je tof en alles vind je leuk. Een jaar lang duurt de euforie. Een extreem goed gevoel in het Grieks! Vreugde, vreugde, godenvonken!

Tot je iets merkt. Je weet niet wat, zij wel. Zij vinden je verdacht. Zo succesvol bezig! Hoe bestaat het!??!! Gelukkig weten ze hoe ze zoiets moeten aanpakken. Stiekem herschrijven ze je functiebeschrijving en hopen dat je het niet merkt. Je merkt het. Zonder het te laten weten schrijven ze iemand erbij die parallel rapporteert. Je ruikt het wel, dat is de geur van een waakhond. En zie, je arbeidsovereenkomst zou na een jaar in onbeperkte duur worden omgezet. Ineens heeft hogerhand echter besloten daar nog een jaar mee te wachten. Je denkt meteen aan Sint-Juttemis en aan de Griekse kalenden.

Zes maanden houd je het nog vol. De dysforie loert om de hoek. 's Morgens wordt je stap naar het station zwaarder. Je voelt je tien jaar ouder. 's Middags ga je al eens op café. Nog even en je bent volslagen ambtenaar. Wanneer je dit beseft, schrik je op en roept van binnen: ik verword! En je valt ziek.

Ook dat houd je zes maanden vol, in voldoende kleine schijven opdat ze je niet kunnen vervangen. Voor wat hoort wat. En eigen deeg eerst voor de koekjes.
Dan keer je terug naar je oude werkplek. Ze hebben je gemist. Je plek is er nog. Alles begint opnieuw. Een nieuwe dag op een oude plek.