vrijdag 10 januari 2014

Wij, wie zijn wij zo vrij?

Wij, van de ambtenarij, bestaan niet. Het bestaan dat wij leiden, lijden wij. Het wordt ons geleden.

Schrijven wij iets, dan dromen wij luidop dat niemand onze schrijfsels leest.

Wij, van de ambtenarij, zijn van een veel mystiekere orde dan welke kloosterorde ook. Bovendien doen we heel zennig en contempleren ons tegenwoordig te pletter.

Wij, van de ambtenarij, zijn personae non gratae geworden in de brouwerij. Doen enkel nog aan paperasserij.

Wij van de ambtenarij bestaan niet. Hoe wil je dan dat wij het bestaan van een ander erkennen?

(Dit is een tekst die we gevonden hebben tussen een boek, van recente datum, gekocht in de kringwinkel; was met de hand geschreven)

Geen opmerkingen: